Hoe buren kunnen bijdragen tot de vermaatschappelijking van de zorg
De zorgsector staat onder druk. In mei 2018 wachtten meer dan 14.000 Vlaamse volwassenen met een beperking op een budget om hun zorg te financieren. Tegelijkertijd zoekt de jeugdzorg een oplossing voor 5.000 jongeren. Vlaanderen telt inmiddels 80.000 bedden in rusthuizen; een stijging van bijna 25% in de laatste tien jaar. Deze en meer cijfers lees je in dit artikel uit De Tijd.
Een structurele verandering is nodig om deze trend op lange termijn bij te kunnen houden. De vermaatschappelijking van de zorg wordt dan ook vaak genoemd als belangrijke schakel om de publieke zorgsector te ondersteunen.
Vermaatschappelijking van de zorg: wat en waarom?
De vermaatschappelijking van de zorg kent vele vormen en definities. Wij verstaan er het volgende onder: het is de verschuiving van een deeltje van de hulpverlening, weg van de professionele sfeer, naar de gemeenschap.
Die gemeenschap bestaat in eerste instantie uit vrienden en familie, maar ook uit buren. Dat contact met de buren vinden wij net zo belangrijk – en wel om twee redenen. Ten eerste, het woord zegt het zelf: buren wonen dichtbij! Ze kunnen snel te hulp schieten wanneer nodig.
Daarnaast is er een groot potentieel voor het uitbreiden van de sociale kring. Niet iedereen heeft familie of vrienden (denk aan oudere, geïsoleerde personen), maar zowat iedereen heeft buren. Zorgzame buurten kunnen dus een grote verrijking zijn voor zorgbehoevende personen.
Zorgzame buurten
Hulpverlening kent verschillende gradaties. Zo zijn er ook heel wat taken die uitgevoerd kunnen worden door een vriendelijke buur, zoals:
- de rolluiken optrekken bij een oudere dame
- boodschappen leveren bij mensen die minder mobiel zijn
- de stoep sneeuwvrij helpen maken
- gezelschap houden tegen isolement
- af en toe een oogje in het zeil houden
- een wandeling maken met de hond
Bovendien levert hulpverlening vanuit de gemeenschap nog enkele bijkomende voordelen.
1. Als iemand kan rekenen op de zorg van z’n familie, vrienden of buren, betekent dat soms dat iemand (wat langer) in z’n eigen woning kan blijven. Dat gevoel van zelfstandigheid is vaak belangrijk voor het welzijn van een persoon.
2. Indien een zorgbehoevende persoon langer thuis kan blijven, verlicht dat ook wat van de druk op de zorgsector. In 2040 zal 9% van de Vlaamse bevolking 80-plusser zijn. Het is dus belangrijk voor de zorgsector dat mensen tegen die tijd zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen.
3. Elke uitwisseling van hulp zorgt mogelijks voor een kettingreactie. Dat effect heet observerend leren. Nu vind je het misschien lastig om een buur om hulp te vragen, maar als je ziet dat er veel dergelijke uitwisselingen in de buurt zijn, zal de drempel weer wat lager liggen.
4. Doordat de hulpverlening zich niet in de professionele sfeer bevindt, kunnen de zorgbehoevenden ook zelf een bijdrage doen. Ze kunnen dan misschien geen boodschappen meer dragen, maar bijvoorbeeld wel een paar extra kommen soep koken. Zo gaan we uit van wat deze mensen wél nog kunnen en geraken ze niet gemarginaliseerd of geïsoleerd.
5. De gemeenschap wordt inclusiever, de buurt wordt langzamerhand een zorgzame buurt. Hulp vragen aan buren wordt steeds gemakkelijker en bovenstaande effecten worden opnieuw versterkt.
Valkuilen van blinde vermaatschappelijking
Toch is die vermaatschappelijking niet alleen rozengeur en maneschijn. Het brengt namelijk enkele potentiële gevaren met zich mee. We bespreken twee valkuilen.
Valkuil 1: te verregaande zorg vanuit de gemeenschap
Deze verschuiving in zorgverlening en bijpassende maatregelen zorgen dan wel voor meer vrijheid bij de zorgbehoevenden; tegelijkertijd wordt ook gevreesd voor minder zekerheid qua inkomen bij de zorginstellingen.
Twee jaar geleden, na de invoering van de persoonsvolgende financiering (een budget dat personen met een handicap naar wens kunnen besteden aan zorg) schrapte een zorgorganisatie voor personen met een handicap 50 banen omdat het systeem hen onvoldoende zekerheid zou bieden.
De kritiek dat vermaatschappelijking de kwaliteit van de professionele zorgverstrekking in het gedrang zou brengen, bleef niet lang uit. Het is met andere woorden belangrijk dat de niet-professionele hulpverlening beperkt blijft tot het verlenen van niet verregaande zorg: boodschappen doen, samen een wandeling maken, …
Op diezelfde manier hoeft men ook niet te vrezen voor zorgverstrekking van personen met onvoldoende competenties.
Valkuil 2: vergoedingen voor zorg vanuit de gemeenschap
Er zijn inmiddels vele organisaties opgericht die zorgverstrekking in de gemeenschap stimuleren. Er bestaan echter enkele gevaren rond het gepaard gaan van die zorgverstrekking met microtransacties. In dat geval wordt een informele zorgaanbieder vergoed voor zijn of haar hulp.
Op grote schaal zou het vergoeden van hulp vanuit de gemeenschap voor een verschuiving van het budget kunnen zorgen. Hoe meer van dat geld naar particulieren gaat, hoe minder zorgorganisaties erop zullen kunnen rekenen.
Hoe kan Hoplr zorgzame buurten digitaal ondersteunen?
Het feit dat dergelijke valkuilen bestaan, impliceert dat de vermaatschappelijking van de zorg een complexe materie is. Een gestructureerd model dringt zich op, waarin zowel gemeenschap als zorgorganisatie een rol spelen.
In dit model dient de gemeenschap – familie, vrienden, buren – als first line support. Zij kunnen simpele hulpvragen gemakkelijk opvangen. Pas wanneer de hulpvraag wat verder gaat, wordt beroep gedaan op de gepaste zorg- of dienstverlening. Deze organisaties fungeren dus als second line.
De volgende vraag is hoe we dat model dan kunnen vertalen naar de praktijk. Het antwoord hierop is niet eenvoudig, maar we geloven alvast wel dat digitale tools versterkend kunnen werken. Communicatie is namelijk een essentieel onderdeel van gestructureerde en vruchtbare vermaatschappelijking van de zorg.
First line support
In eerste instantie laat een digitaal buurtnetwerk zoals Hoplr de zorgbehoevende of diens mantelzorger toe om hulpvragen met de gemeenschap te delen. Ze plaatsen berichten in de Hoplr-buurt of nemen contact op met specifieke buren; Hoplr-ambassadeurs bijvoorbeeld.
Omgekeerd houdt de buurt zelf ook een oogje in het zeil. Zo merkten Hoplr-gebruikers op dat een oudere buurvrouw haar rolluiken op een dag niet naar boven had gehaald en drukten ze hun zorg uit in de Hoplr-buurt. Daaropvolgend zijn buren bij haar naar binnen gegaan en konden ze tijdig de hulpdiensten contacteren. Een zorgzame buurt die ook nog eens digitaal verbonden is, kijkt gemakkelijker uit voor al haar leden.
Second line support
Vervolgens zorgt een communicatielijn van de buurt naar overheidsinstanties ervoor dat zorgbehoevenden en mantelzorgers hun vragen bottom-up kunnen delen met instanties zoals het OCMW.
Top-down kunnen overheden betrokkenheid en cohesie stimuleren aan de hand van buurtgerichte communicatie (verspreiding van infomomenten en andere evenementen, co-creatie, sensibilisering,…). Hoe meer de buurt samenhangt, hoe maar haar leden voor elkaar zullen uitkijken.
Buurtwerking
Op Hoplr hebben zorgverstrekkers, buurtwerkers en LDC’s vanzelfsprekend ook een plaats. Door deel uit te maken van het buurtzorgnetwerk, kunnen zij vinger aan de pols houden, beroep doen op het ecosysteem van de zorgbehoevende, en zorgvragen capteren en beantwoorden. Ook via de chat en groepchat kunnen ze in contact blijven met zorgbehoevenden of mantelwerkers in de context van een digitaal micronetwerk.
Daarnaast moeten we niet enkel rekening houden met de impact op de zorgbehoevenden en professionele zorgverstrekkers; de vermaatschappelijking van de zorg heeft ook gevolgen voor de omwonenden.
Uit onderzoek blijkt dat buren van zorgbehoevenden blij zijn om te kunnen helpen, maar dat ze tegelijkertijd niet altijd weten waar ze terecht kunnen in geval van problemen waar zij zelf niet mee om kunnen. Dat zorgt soms voor druk in de buurt. Ook voor hen is het dus essentieel een goede verbinding te hebben de zorginstanties.
Tot slot werkt Hoplr ook offline ontmoetingen in de hand. Minder anonimiteit en meer connecties zorgen voor betrokkenheid en inclusiviteit. In een inclusieve gemeenschap is minder plaats voor isolering en wordt ook rekening gehouden met de meest kwetsbare leden.
Hoplr’s antwoord op de valkuilen
Hoplr biedt alvast een positieve context voor buren om elkaar op hun eigen tempo te leren kennen en om uiteindelijk hulp te vragen en geven. Iedereen heeft wel eens iets nodig; informele hulpvragen worden na verloop van tijd een vanzelfsprekendheid in de Hoplr-buurten.
De hulpvragen bevinden zich voornamelijk in de sfeer van klusjes, boodschappen en sociaal contact – veel minder in het verstrekken van medische of professionele zorg. Daarnaast: de hulpverlening via Hoplr verloopt uitsluitend op vrijwillige basis.
Maatschappelijke waarde
Onze samenleving staat voor een aantal uitdagingen, waaronder de steeds groter wordende druk op de zorgsector. Door mensen te verbinden, te engageren en te mobiliseren willen we meewerken aan zorgzame buurten en zo dus ook aan een meer inclusieve samenleving.