Home Prijsplannen
arrow_back Terug naar blog

Het gaat goed in Nederland. Met veel mensen. Maar helaas niet met iedereen. Volgens het CBS beschikken inmiddels meer dan 300.000 huishoudens over een vermogen van een miljoen euro of meer. Tegelijkertijd groeit de groep die structureel tekortkomt. Uit het rapport ‘De leefwerelden van arm en rijk’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat 16% van de volwassenen achterblijft op meerdere vlakken: inkomen, opleiding, sociale contacten en gezondheid. Dat verschil vertaalt zich naar gescheiden leefwerelden, of beter gezegd: sociaaleconomische segregatie.

Het SCP schetst in het rapport niet alleen een cijfermatig beeld, maar stelt ook een ongemakkelijke vraag: in hoeverre ontmoeten de rijkste en armste Nederlanders elkaar nog in het dagelijks leven? Die ontmoeting — of juist het gebrek daaraan — zegt veel over hoe onze samenleving is ingericht. Want hoe meer we langs elkaar heen leven, hoe moeilijker het wordt om begrip, vertrouwen en solidariteit op te bouwen. En dat terwijl we dit juist hard nodig hebben.

Waarom sociaaleconomische segregatie een probleem is

Sociaaleconomische segregatie, leven in gescheiden werelden betekent vaak ook: leven in verschillende werkelijkheden. In buurten, op scholen, in werkomgevingen en zelfs online omringen we ons steeds vaker met mensen die op ons lijken. Dat voelt misschien comfortabel, maar het zorgt ook voor blinde vlekken. We krijgen een beperkt beeld van hoe anderen leven, wat hun zorgen zijn, en waar ze tegenaan lopen.

Voor mensen met minder kansen heeft dat directe gevolgen. Sociale hulpbronnen zoals kennis, contacten en ervaring blijven vaak binnen de eigen groep. Daardoor wordt het moeilijker om op eigen kracht vooruit te komen. En ook het gevoel ergens bij te horen, mee te mogen doen, brokkelt langzaam af.

In het rapport ‘De leefwerelden van arm en rijk’ van het SCP staat een schrijnend voorbeeld: bewoners van een Rotterdamse wijk voelen zich niet welkom bij buurtactiviteiten, omdat die gedomineerd worden door hogeropgeleiden. Ze voelen zich ongemakkelijk over hun taalgebruik of achtergrond, en denken dat ze niet de juiste kennis in huis hebben om mee te doen. Het gevolg? Ze haken af. Terwijl dat juist momenten zijn waarop ontmoeting kan ontstaan.

Wat kunnen we doen om elkaar weer meer te ontmoeten en sociaaleconomische segregatie te doorbreken?

1. Zorg voor ontmoetingen

Ontmoeting hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn. Sterker nog: de kracht zit vaak in de kleine, alledaagse momenten. Maar daarvoor moeten we wel plekken hebben waar ontmoeting überhaupt kán ontstaan. Denk aan speeltuinen, buurthuizen, bibliotheken, sportclubs en ontmoetingspleinen. Ruimtes waar mensen met verschillende achtergronden elkaar op een natuurlijke manier tegenkomen, zonder dat het georganiseerd of geforceerd aanvoelt. Het zijn dit soort laagdrempelige plekken die een buurt leefbaar, warm en verbonden maken.

3. Maak van contact geen toeval, maar beleid

Ontmoeting is geen luxe. Het is een basisvoorwaarde voor een inclusieve samenleving. Daarom is het belangrijk dat beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en zorginstellingen verbinding niet overlaten aan toeval. Stimuleer bewonersinitiatieven, investeer in plekken waar verschillende mensen zich welkom voelen, maak cultuur- en sportactiviteiten toegankelijk en zichtbaar voor iedereen. En zorg ervoor dat ook mensen die wat minder vanzelfsprekend meedoen — vanwege taal, inkomen, gezondheid of opleiding — zich aangesproken voelen om deel te nemen.

4. Verbind digitaal én fysiek

 In een tijd waarin steeds meer communicatie digitaal plaatsvindt, kunnen online platforms juist een opstapje zijn naar echte verbinding. Denk aan buurtplatformen zoals Hoplr, waar mensen elkaar eerst digitaal leren kennen, om daarna offline iets voor elkaar te betekenen. Een lift aanbieden, samen een speeltuin opknappen of een buurtfeest organiseren: het begint vaak met een simpel berichtje, maar leidt tot echte relaties.

Een mooi voorbeeld komt uit Molenbeek, waar het lokale projectteam via Hoplr op zoek ging naar bewoners die wilden meewerken aan nieuwe ontmoetingsmomenten in de buurt. Ze vonden een enthousiaste buurtbewoner die zich meteen volop inzette. Van het mee organiseren van workshops tot het aanjagen van buurtinitiatieven. Zijn betrokkenheid was zo groot, dat hij uiteindelijk werd aangesteld als vaste medewerker. Een krachtig bewijs van hoe digitale verbinding kan leiden tot fysieke verandering.

Hoplr: waar buren elkaar (weer) ontmoeten

Hoplr draagt bij aan het doorbreken van gescheiden leefwerelden. Niet door problemen op te lossen voor mensen, maar door de voorwaarden te scheppen waarin mensen elkaar kunnen helpen. Op het platform komen buurtbewoners samen, of ze nu veel of weinig te besteden hebben. Ze ruilen spullen, helpen elkaar met klusjes, starten buurtinitiatieven of vinden vrijwilligers voor een zorgvraag.

Wat Hoplr uniek maakt, is dat het digitale netwerk leidt tot fysieke verbinding. Het zet aan tot burenhulp, vergroot het gevoel van eigenaarschap in de buurt en stimuleert onderlinge betrokkenheid. Daardoor groeit het sociaal kapitaal van álle bewoners, niet alleen van degenen die het al goed hebben.

Hoe kleiner de drempel, hoe groter de kans op ontmoeting. En dus op meer begrip, samenwerking en wederzijds vertrouwen. Want samen-leven begint pas echt als we elkaar ontmoeten.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Hoplr en blijf op de hoogte van de nieuwste artikelen.

Ontvang maandelijks een e-mail met informatie, nieuws en ontwikkelingen rond inclusieve burgerparticipatie en blijf op de hoogte van producten, diensten en aanbiedingen van Hoplr. Lees onze privacy- en cookieverklaring voor meer informatie.